Soms willen werknemers minder gaan werken, bijvoorbeeld nadat ze kinderen hebben gekregen. Of ze hebben de wens om thuis te werken. Hoe flexibel je je als werkgever daarin moet opstellen, is geregeld in de Wet flexibel werken (Wfw). Lees hier in hoofdlijnen wat deze wet betekent voor jou als werkgever.
De Wet flexibel werken (Wfw) is de opvolger van de Wet aanpassing arbeidsduur (Waa). De regels zijn uitgebreid; een werknemer kan nu een verzoek indienen bij jou als werkgever om:
Je werknemer kan een verzoek doen tot aanpassing van de arbeidsduur als hij minstens een half jaar bij jou in dienst is en het personeelsbestand uit minimaal tien werknemers bestaat. Je werknemer moet het verzoek schriftelijk (per post of e-mail) en minstens twee maanden vóór de gewenste ingangsdatum indienen.
Als het verzoek schriftelijk is ingediend, dan moet je ten minste een maand vóór de beoogde ingangsdatum van de wijziging op het verzoek beslissen. Reageer je later, dan kan je werknemer werken volgens het verzoek dat hij heeft ingediend.
Voordat je een beslissing neemt, overleg je met je werknemer. Als je het verzoek afwijst, moet je dat goed motiveren.
Werknemers die werkzaam zijn bij ondernemingen met minder dan tien medewerkers kunnen geen rechtstreeks beroep doen op de Wfw. Deze ondernemingen dienen wel een regeling op te stellen over de aanpassing van de arbeidsduur. Ook hier geldt dat je als werkgever goed moet motiveren waarom je een verzoek tot vermindering of vermeerdering van uren afwijst.
Als het gaat om de wijziging van arbeidsduur en werktijd, kun je als werkgever het verzoek van je werknemer daartoe niet zomaar afwijzen. Dit is alleen mogelijk als daarvoor een zwaarwegend bedrijfsbelang bestaat. Bij een verzoek tot vermindering van de arbeidsduur is onder andere sprake van zwaarwegende bedrijfsbelangen als:
In geval van een verzoek tot vermeerdering van de arbeidsduur gelden als zwaarwegende bedrijfsbelangen bijvoorbeeld:
Als het gaat om aanpassing van de werktijd is er sprake van een zwaarwegend bedrijfsbelang, indien de aanpassing leidt tot ernstige problemen:
Als het gaat om een verzoek om op een andere plek te kunnen werken, gelden er minder strenge eisen voor afwijzingen van het verzoek. Als werkgever moet je het verzoek wel serieus in overweging nemen en met de werknemer overleggen als je het verzoekt afwijst.
Heb je een discussie met je werknemer over aanpassing van de arbeidsduur of werktijden? Wil je weten of je het verzoek van je werknemer kunt afwijzen? De arbeidsrechtjuristen van het Juridisch Centrum helpen je graag, dus neem gerust contact op voor een gratis eerste advies. Wij zijn bereikbaar op werkdagen van 08.00 tot 18.00 uur. Bel 088 – 777 10 10 (lokaal tarief) of stel je vraag online.